De economie is aangetrokken: voor bedrijven wordt het weer lastiger om de juiste mensen te vinden en op de arbeidsmarkt neemt de krapte toe. Hebben we dan helemaal niets geleerd van de crisis? Hebben we geen enkele kans gezien om de arbeidsmarkt te vernieuwen? We blijven in hetzelfde kringetje ronddwalen. De hoogste tijd om anders te kijken naar onze arbeidsmarkt. Wat willen we belonen? En op welke manier speelt waardetoevoeging aan de samenleving een rol in de definitie van de arbeidsmarkt?
Onlangs was ik op een bijeenkomst van het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies over een onderzoek naar de waarde van werk. Een tocht door de geschiedenis bracht ons bij verschillende vraagstukken, zoals wat het betekent dat Edward Bellamy al eind 19e eeuw sprak over de combinatie werk en vrije tijd, en dat werk beperkt moest worden tot hooguit drie uur per dag. Het lijkt alsof we nu verder weg zijn van dat idee dan ooit. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn we steeds meer uren gaan werken. Werken biedt ons enerzijds, naast een stabiel inkomen, sociale erkenning, een gestructureerde dagindeling en zingeving door zelfontwikkeling. Anderzijds blijkt uit jaarlijkse onderzoeken van Gallup dat liefst 80% van de deelnemers ander werk zou willen doen.
Stel de mensen om je heen eens de vraag wat voor werk zij zouden willen doen als geld geen rol speelt. Je zal zien dat maar weinig mensen aangeven dat ze blijven doen wat ze nu doen. Vaak hebben mensen andere ambities of capaciteiten die ze waar willen maken, maar omdat de hypotheek of pensioenopbouw in de weg staan, houden zij vast aan zekerheid. De steeds groter wordende groep zzp’ers stemt mij wel hoopvol. De meeste van hen kiezen voor hun ambities en autonomie, en laten daarmee zekerheden los.
In de politiek wordt er geroepen dat iedereen een betaalde baan moet hebben. Bij de benoeming van topvrouwen en -mannen wordt vrijwel altijd gekeken naar bestuurders van grote en bekende ondernemingen. Traditionele werkvormen worden nog altijd gevierd. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen ambitie hebben en iets willen toevoegen aan onze maatschappij, maar ik vermoed dat die ambities niet altijd passen in een traditionele, vaste baan.
Wat mij betreft vraagt innovatie op de arbeidsmarkt om een geheel nieuwe kijk op de waarde van werk. Ik hoorde laatst bij TedXWomen een speech van Ying Zhang, professor ondernemerschap en innovatie. Zij vertelde dat ouders in China een vergoeding krijgen van de overheid als zij hun kinderen helpen met huiswerk maken, omdat de overheid het belangrijk vindt dat ieder kind een goede opleiding krijgt. Huiswerkondersteuning wordt in China gezien als toegevoegde waarde voor de samenleving, terwijl het bij ons gewoon een taak erbij is die we op dit moment in grote getale oplossen met huiswerkbegeleiding.
In deze tijd, waarin de arbeidsmarkt weer krapte vertoont, en waarin we tegelijkertijd bang zijn dat robots met onze baan aan de haal gaan, is het tijd voor een andere discussie. Voor welke toegevoegde waarden van onze maatschappij willen wij betalen? Onderwijs, gezondheidszorg, vrijwilligerswerk, kunst? De arbeidsmarkt 3.0 gaat niet over werk, maar over onze ambities als samenleving. Hoe ontluiken we al dat potentieel, en wat vinden wij belangrijk om te belonen?