Al jaren pleit ik voor het basisinkomen. En ik vind het mooi om te zien dat meer en meer mensen er over praten, denken en ook experimenten uitvoeren. Maar toch knaagt het, want de term wordt op zoveel verschillende manieren gebruikt en mijn beeld bij het basisinkomen gaat toch meer over de basisvoorzieningen voor iedereen. Het basisinkomen zou geen vervanging moeten zijn van een uitkering of een manier om mensen er (tijdelijk) doorheen te helpen en snel weer aan het werk te gaan en een ‘echt’ inkomen te gaan verwerven.
Voor mij gaat het basisinkomen over bestaansrecht in onze maatschappij. Het recht om een dak boven je hoofd te hebben, boodschappen te kunnen doen, je verzekeringen te kunnen betalen. En dus denk ik dat basisinkomen niet de juiste term is. Want mensen zullen altijd willen blijven werken, en genoeg mensen willen meer verdienen dan een basisnkomen hen biedt. Ik denk ook dat dit kan, en dat mensen altijd waarden willen toevoegen aan de maatschappij, aan een organisatie en aan hun eigen omgeving.
Op dit moment werken de meeste mensen helaas niet vanuit het toevoegen van waarden maar om hun bestaansrecht te behouden en een basisleefstijl te kunnen bekostigen. Velen van ons hebben angst hebben om ons salaris te verliezen en daarmee op straat komen te staan. En dus accepteren we een hoop bullshit banen, worden we ziek van werk, en slepen we ons door de dag om uiteindelijk van onze avond te kunnen genieten of naar ons pensioen toe te werken.
Dat is niet nodig in een land als Nederland en in de tijd waarin we nu leven. We kunnen met elkaar zorgen dat iedereen in dit land voorzien is van de basis om te leven. Hoe dan? Zorg voor een lagere belasting op arbeid en verhoog de belasting op technologie en data. Aangezien mens en technologie het kapitaal van een organisatie vormen dienen we deze gelijk te behandelen, pas dan zal er ook een mensgerichte economie ontstaan waarin we de waarden van mensen belonen en hun potentieel inzetten.
Werk moet daarmee ook veranderen naar bijdragen. Hoe mooi zou het zijn als je in de ochtend vertrekt en zegt: “lief, ik ga vandaag weer bijdragen” Voelt toch minder als moeten en meer als waardering.